Een korte geschiedenis van Charlois

Ooit was Charlois van Karel de Stoute. Charlois dankt aan hem zijn naam, want Charlois is de Franse naam voor ‘Karel’.

Het ontstaan...

In het begin van de vijftiende eeuw was het huidige Charlois een onbebouwd terrein van slikken, kreken en uitgestrekte watervlakten. Eb en vloed hadden er vrij toegang. In 1460 zijn er voor het eerst plannen voor het bedijken van het gebied. Vervolgens raakte het gebied bewoond.

Charlois was een van de grotere dorpen op het eiland IJsselmonde. In 1873 werd Katendrecht toegevoegd aan Charlois. Charlois was tot de annexatie door Rotterdam in 1895 een zelfstandige, agrarische gemeente.

Charlois heeft een zeer rijke geschiedenis, waarvan nog veel in het straatbeeld terug te vinden is. Zo is er de Molen aan de Kromme Zandweg uit 1723, het oude raadhuis dat in 1872 is gebouwd en niet te vergeten ‘de Oude Kerk’. Deze oude kerk is overigens een nieuwe kerk: in 1462 stond op deze plek een andere kerk.

Charlois was als dorp oorspronkelijk gebouwd rond de Sint Clemenskerk, die omstreeks 1850 het centrum van het dorp domineerde. De lange Charloisse Hogedijk ging als dorpsstraat fungeren. In 1933 beschreef Verheul het 19e eeuwse Charlois als een "mooi, gaaf en typisch kleidorp, met veel bouw- en weiland, tuingrond, boomgaarden en natuurschoon". 

De reis rond de oude dorpskern is een reis in de tijd, naar circa 1890. Charlois was toen nog zelfstandig, de Waalhaven en Maashaven bestonden nog niet. Dat was polderlandschap, wat een rustig gevoel moet het geweest zijn. Niets vergeleken met de hedendaagse (stadse) drukte.