Een korte geschiedenis van Hillegersberg

Op de terp van Hillegonda woonden al mensen uit het jaar nul

 Het ontstaan...

In 1028 bevestigde keizer Koenraad in een oorkonde de gift - door de bisschoppen Ansfridus en Adelbold - van het dorp Bergan aan de abdij van St. Paulus te Utrecht. Dit is de oudste, erkende, schriftelijke vermelding van Hillegersberg. De eerste bewoners moeten zich al eeuwen eerder in de streek hebben gevestigd. Bij opgravingen in de kerkheuvel zijn scherven aangetroffen van aardewerk dat waarschijnlijk afkomstig is uit de pre-Romeinse tijd.

Tot 1811 omvatte het ambacht “Hillegersberg en Rotteban” ook Bergschenhoek. In 1811 werd het ambacht gesplitst in twee gemeenten: Hillegersberg en Bergschenhoek. In 1941 werd de gemeente, inmiddels met ca. 26.000 inwoners één van 10 grootste gemeenten van Zuid-Holland, samengevoegd met Rotterdam. 

De geschiedenis van het dorp Hillegersberg in de vroegste tijden speelt zich hoofdzakelijk af op en om de zandheuvel waarop het slot en de kapel met ommuring van het terrein waren gebouwd. Tot ca. 1880 was Hillegersberg een bescheiden, doch welvarend, dorp. Overigens met een erg groot oppervlak: incl. delen van het huidige Rotterdam-Noord, Terbregge, geheel Ommoord en een groot deel van Het Lage Land.

Na ca. 1880 groeide Hillegersberg uit tot forensengemeente van Rotterdam. Na de annexatie in 1941 verloren de inwoners en ondernemers het directe contact met 'hun' bestuur. Ze woonden en werkten niet meer in een dorp, maar waren onderdeel van de een stad. 

Na de oorlog kreeg de bevolking enige eigen invloed in respectievelijk een wijkraad, een deelgemeente en nu de gebiedscommissie. Hierin werden Hillegersberg en Schiebroek samengevoegd tot één gebied: "Hillegersberg-Schiebroek". Hoewel binnen de gemeente bestuurlijk één gebied, bleven de gebiedsonderdelen Hillegersberg, Terbregge (wat altijd een onderdeel van Hillegersberg was) en Schiebroek afzonderlijk herkenbaar.